Hoeveel water komt er uit mijn kraan ?
Capaciteit bepalen d.m.v. de emmertest
Met de emmertest is het eenvoudig om de capaciteit van de waterleiding te bepalen. Verwijder hiervoor eventuele koppelingen van de kraan en plaats er een 10 liter emmer onder. Draai de kraan volledig open en meet de tijd die benodigd is om de emmer geheel te vullen. Is de tijd om de emmer te vullen langer dan 30 seconden, dan is de waterleiding niet geschikt om een beregening te voeden.
Voorbeeld: Het duurt 15 seconden om een emmer van 10 liter volledig te vullen. De capaciteit is dan 10 gedeeld door 15 is 0,67 liter per seconde. Vermenigvuldig dit getal met 3,6 om de capaciteit in m³/u te berekenen: 0,67 x 3,6 = 2,4 m³/u.
Vervolgens is een algemene stelregel dat er voldoende druk overblijft als maximaal 75% van deze hoeveelheid door sproeiers wordt gebruikt. Er is dan voldoende druk over om de sproeier ook te laten sproeien.
Tel de verbruikscapaciteit van de sproeiers op en zorg ervoor dat deze altijd onder de 75% (indit geval 75% van 2,4m3 = 1800 liter)
In de meeste gevallen is het overigens lager , zo rond 1.000 liter per uur. In dat geval is het aan te bevelen om niet meer dan 2 sproeiers tegelijk aan te sluiten (per zone).
Capaciteit bepalen d.m.v. de watermeter
Met onderstaande tabel kun je eenvoudig de capaciteit van jouw waterleiding bepalen wanneer er een watermeter gebruikt wordt. Op het telwerk van de watermeter kun je het type meter vinden (zie rode pijl), het type wordt aangeduid door de Qn-waarde (de nominale volumestroom van de watermeter). De statistische waterdruk kun je meten aan het uiteinde van de kraan middels een drukmeter. De meest voorkomende statistische druk is 2 bar.
Voorbeeld: De aanvoerleiding heeft een diameter van 22 mm en een statistische waterdruk van 2 bar. Op de watermeter wordt een Qnwaarde van 1,5 m³ aangegeven, de capaciteit is dan 0,66 m3/u.